plantengeslacht uit de familie Labiatae, met ca. 100 soorten kleine verhoutende planten, meestal sterk vertakte ministruikjes, met talrijke, kleine, wijd-openstaande lipbloempjes, dat op het noordelijk halfrond in gematigde en subtropische klimaten voorkomt. Er zijn zeer vele (tuin)variëteiten van Thymus (tijm), die vroeger medicinaal en tegenwoordig vaak als keukenkruiderij worden gebruikt.
Wild nog hier en daar in Nederland op kalkrijke bodem: grote wilde tijm, Thymus pulegioides, en op oude zandgronden T. serpyllum, wilde tijm. De zgn. echte tijm, T. vulgaris, in de Benelux alleen als cultuurplant, komt uit Zuid-Europa. Er bestaan veel natuurlijke en gekweekte hybriden. Allerlei variëteiten zijn ook als ‘rotsplant’ in omloop.
