Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Temperament

betekenis & definitie

[Lat. temperamentum, de juiste verhouding, maat], o. (-en),

1. psychische constitutie, gemoedsaard;
2. thans in vrij gebruik voor doorgaande gemoedsgesteldheid als grond voor iemands handelwijze en uitdrukkingsverschijnselen;
3. vurige aard, vurigheid.

Het temperament is een component van het karakter; het omvat bepaalde tamelijk constante gedragskenmerken, m.n. wat betreft tempo, verloop en wijze van energiebesteding. Verschil in temperament biedt een van de mogelijkheden om mensen in typen in te delen (typologie). Vaak wordt daarbij verband gelegd met lichamelijke kenmerken.

Al zeer oud is de indeling in sanguinici (levendig, opgewekt, vurig), cholerici (prikkelbaar, opvliegend), melancholici (somber) en flegmatici (traag, onbewogen); deze typologie gaat terug op de theorie van Galenus over lichaamsvochten, resp. bloed, gele gal, zwarte gal en slijm. G.Heymans baseerde een indeling in acht typen op de kenmerken: actief of niet-actief, emotioneel of niet-emotioneel en primair of secundair (sterk functionerend vanuit indrukken uit het heden, dan wel uit het verleden). E.Kretschmer hanteerde de termen schizothym en cyclothym, vaak samengaand met resp. een pycnische en een leptosome bouw. Het begrip temperament speelt geen grote rol meer in de psychologie.