een schedel van een jonge hominide, in 1924 door R.A.Dart gevonden bij Taung, Kimberley (Zuid-Afrika). Deze vondst is aanvankelijk beschouwd als een op een mensenschedel lijkende apeschedel, vandaar de naam Australopithecus africanus.
De kaken bleken echter weinig aapachtigs te vertonen. In 1925 schreef Dart dat zijn vondst een wezen vertegenwoordigde dat tussen de apen en de mensen in zat. Later werden in dezelfde omgeving ook nog resten van volwassen Australopithecttó-individuen gevonden. Het ‘kind van Taung’ is uniek omdat niet alleen een groot deel van het aangezicht en de kaken met het gebit, maar ook een afdruk van de hersenen is gefossiliseerd.
