[Fr.], v. (-s),
1. het tatoeëren;
2. getatoeëerde figuren.
Tatoeage treft men over de gehele wereld aan, bij volken van zeer uiteenlopend cultuurniveau. Bij niet-westerse volken heeft de wijze waarop de tatoeage is aangebracht meestal een specifieke
sociale betekenis, b.v. als aanduiding van de rang van de drager binnen de maatschappij. Vooral in Polynesië heeft de tatoeage zich tot grote hoogten ontwikkeld: het lichaam van de aanzienlijkste mannen was hier vaak van top tot teen met tatoeages bedekt. De tatoeage wordt over het algemeen aangebracht met behulp van een scherpe naald, waarmee gekleurde stof in de huid wordt geprikt. Bijzondere vormen van tatoeage zijn de veel bij donkerhuidige volken voorkomende littekentatoeage (scarificatie) en naaitatoeage, waarbij een draad met zwarte kleurstof door de huid genaaid en vervolgens eruit getrokken wordt (Eskimoen Noord-Siberische stammen). Een eenmaal aangebrachte tatoeage verdwijnt slechts door een plastisch-chirurgische behandeling.
LITT. W.Schönfeld, Körperbemahlen, Brandmerken, Tatowieren (1960).
