Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Taoïsme

betekenis & definitie

1. o., filosofische school, die tussen de 4e en 3e eeuw v.C. in China ontstond als reactie op de confucianistische traditie.

De geschriften van Lao-tse (de Tao-te-tjing), Tsjang-tse en Liè-tse centreren zich om de Tao als oerprincipe, oorsprong van alle zijn. Tao zelf is alleen maar negatief als ‘niet-zijn’ uit te drukken. De eenwording met de Tao is het doel van het ware mens-zijn. Wie dit bereikt, is in de onsterfelijkheid ingetreden. In de eenwording met de Tao keert hij tot de oerspontaneïteit terug, die de tegenstelling van goed en kwaad transcendeert.

2. o., religieuze beweging, die zich in de 2e eeuw n.C. kristalliseerde in de beweging van Tsjang Tao-ling en die vooral door haar liturgie grote invloed uitoefende op het religieuze volksleven.

Het ‘religieuze taoïsme’ incorporeerde de oude taoïstische geschriften in zijn zeer uitgebreide canon. Als levensfilosofie met de nadruk op psychosomatische profylaxe en meditatie is zij van de volksgodsdienst met haar pantheon te onderscheiden. Taoïstische voorstellingen van kosmos en mens liggen ten grondslag aan de traditionele medische praktijken en proto-wetenschappelijke inzichten.

LITT. H. Maspero, Le taoisme (1950); H. Welch, The parting of the ways (1966).

< >