v. (-en), niet-uitschakelbare koppeling, met tanden als koppelelement, voor het verbinden van roterende machinedelen.
Een tandkoppeling uit drie elementen heeft een bus met aan beide einden inwendige vertanding, die grijpt in een uitwendige vertanding op twee bussen die elk op een aseinde geschoven zijn. Als gevolg van de tandconstructie kan enige speling in beide aslageringen opgevangen worden, maar de koppeling is niet elastisch. Een tandkoppeling uit twee elementen heeft twee asbussen, die in hun raakvlakken loodrecht op de ashartlijn vertandingen bezitten die in elkaar grijpen. De tandkoppen en -holten lopen radiaal.