Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Talud

betekenis & definitie

(taluud) [Fr.], o. (-s),

1. helling, glooiing, dijken, wegen, spoorbanen, vestingwerken;
2. schuin aflopende kant van het letterbeeld op het letterstaafje.

Met een talud in het dwarsprofiel van een weg in ophoging of ingraving wordt het hoogteverschil tussen de natuurlijke grondslag, het maaiveld, en de hoogteligging van het eigenlijke wegprofiel overwonnen. De helling(shoek) wordt gekozen afhankelijk van de grondsoort, de gedachte begroeiing en het onderhoud daarvan en het totale te overwinnen hoogteverschil en bedraagt in Nederland maximaal 1 : 1,5, in België 1 : 2.