m. (-en), stof die een rol speelt bij de bloedstolling.
(e) Er is een groot aantal stollingsfactoren (➝bloedstolling, tabel). De hagemanfactor (factor XII) en het weefseltromboplastine (factor III) maken uit protrombine het trombine vrij; dit trombine doet fibrinogeen (factor I) overgaan in fibrinemonomeer, dat snel polymeriseert tot fibrinepolymeer, een draderig produkt. In het bloed komen ook antistollingsfactoren voor (heparine en antitrombine). Het (erfelijk) ontbreken van bepaalde stollingsfactoren leidt tot een gestoorde bloedstolling (o.a. hemofilie).