[Lat.], v. ( s),
1. (recht) bewaargeving aan een derde (sekwester);
2. opsluiting;
3. het zich afscheiden van een dood weefsel van het levende.
Sekwestratie heeft plaats omdat partijen over de zaak geschil hebben (artt. 617, 880, 1003, 1767 Ned. BW, artt. 1955-1963 Belg. BW), of omdat beide bij de zaak belang hebben en geen van beide voldoende zekerheid voor behoud der zaak kan verschaffen, of om andere reden. In tegenstelling tot de eigenlijke bewaargeving, kan sekwestratie zowel onroerend als roerend goed betreffen. Zij kan op onderlinge overeenkomst der partijen berusten of op rechterlijk bevel. De rechter kan sekwestratie bevelen:
1. van roerende zaken, die onder een schuldenaar in beslag zijn genomen;
2. van een roerende of onroerende zaak, waarvan de eigendom of het bezit tussen twee of meer personen in geschil is;
3. van zaken, die een schuldenaar tot kwijting van zijn schuld aanbiedt. Behoudens de bijzondere bepalingen voor sekwestratie is deze onderworpen aan dezelfde regels als bewaargeving.