Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Semiotiek

betekenis & definitie

[Gr. semeion, teken], v., studie van het teken en het tekengebruik.

De semiotiek houdt zich bezig met tekens van allerlei aard op allerlei terrein: reuksporen en geluiden van dieren, creatieve kunstuitingen, taaltekens enz. De semiotiek heeft derhalve te maken met verscheidene wetenschappen (filosofie, taalwetenschap, psychologie, logica, communicatiewetenschap). Van oudsher is de semiotiek echter sterk verbonden geweest met de filosofie. Pas in de 20e eeuw is zij in relatie gebracht met de empirische wetenschappen.

FILOSOFIE

Een specifieke richting is de semiotiek als leer van het taalkundig teken. Wanneer de ene mens de andere wat zegt, dan heeft ieder door hem gebruikt woord betrekking op drie zaken: Het woord behoort tot een bepaalde taal. Dit betekent dat het in relatie staat tot andere woorden. Dit is de syntactische relatie van het woord en deze wordt bestudeerd door de taalkundige, maar ook door de logische syntaxis. Woorden betekenen ook wat: zij willen iets meedelen.

Dit is de semantische relatie en deze wordt bestudeerd door de semantiek. Een belangrijk onderscheid hierin is de betekenis als verwijzing en als zin: de woorden ‘avondster’ en ‘morgenster’ hebben dezelfde verwijzing (nl. de planeet Venus), maar een andere zin; de uitspraak ‘ik drink een glas water’ heeft wel dezelfde zin, maar een andere verwijzing, als twee verschillende personen deze uitspraak doen. Tenslotte wordt een woord door iemand gesproken en tot iemand gericht. Deze relatie van het woord tot de mensen die het gebruiken, is de pragmatische relatie; deze wordt bestudeerd in de pragmatiek. De syntaxis wordt verondersteld in de semantiek; syntaxis en semantiek worden beide verondersteld in de pragmatiek.

LITT. C.Morris, Foundations of the theory of signs (1938); C.Morris, Signs, language and behavior (1946).

COMMUNICATIEWETENSCHAP

In de jaren zestig begon men steeds meer de film vanuit het oogpunt van de semiotiek te beschouwen, vooral in Frankrijk en Italië. De discussie met belangrijke bijdragen van o.a. Roland Barthes, Christian Metz, Umberto Eco, Peter Wollen en ook de cineast Pier Paolo Pasolini, leidde de filmtheorie in nieuwe banen en bracht een vorm van filmanalyse op gang, gebaseerd op de gelaagdheid van het beeld. Zo komt men tot het zoeken naar en ontwikkelen van nieuwe structuren en relaties van de verschillende betekenislagen van een afbeelding of filmscène.

LITT. H.S.Visscher, Een hand van celluloid (1968); P.Wollen, Sign and meaning in the cinema (1969);

F.Knilli, Semiotik des Films (1971); C.Metz, Semiologie des Films (1972); C.Metz, Language and cinema (1974); J.Monaco, How to read a film (1977).