m. (-en), (genetica) D N A-bevattend deeltje, dat öf autonoom in het cytoplasma, óf geïntegreerd in het chromosoom van de colibacterie, Escherichia coli, voorkomt. Bevindt zich het D N A deeltje in het cytoplasma, dan wordt die cel F+ genoemd; is het D N A-deeltje geïntegreerd in het chromosoom, dan wordt die cel Hfr genoemd.
Indien de cel geen seksfactor bezit (F--cel) is zij niet in staat genetisch materiaal over te dragen. Alleen in geïntegreerde toestand maakt de seksfactor de cel tot een donor van genetisch materiaal. Alleen een F--cel (recipiënt of ontvanger) kan dit materiaal ontvangen. De autonome seksfactor in een F+-cel is infectief: contact tussen F+en F--cellen maakt de laatste categorie eveneens F+.