plantenfamilie, behorend tot de klasse Dicotyledones, ca. 30 geslachten (ca. 450 soorten) omvattend. Het zijn vrijwel alle kruidachtige planten, in het wild tot koude en gematigde klimaten beperkt.
Overblijvend of éénjarig, vrijwel steeds zonder steunblaadjes. Bloem tweeslachtig, actinomorf, 4—5-tallig. Kelken kroonbladen vrij. Bloembodem vaak uitgehold. Meeldraden tweemaal zoveel als kelkbladeren met zijdelings openspringende helmhokjes. Stijlen 2 of meer.
Van weinig economische betekenis; enige bekende sierplanten. Voorbeelden: Astilbe, Bergenia, Chrysosplenium, Deutzia, Heuchera, Hydrangea, Parnassia, Peltiphyllum, Saxifraga.