Donatien Alphonse François, marquis de, Frans schrijver, 2.6.1740 Parijs, t2.12.1814 Charenton; uit oude adellijke familie. De Sade nam als cavallerieofficier deel aan de Zevenjarige Oorlog.
In zijn werk, o.a. de romans Justine ou les malheurs de la vertu (1791), Juliette ou la suite de Justine (4 dln. 1796), Aline et Valcour (1793), Les crimes de l’amour ou le délire des passions (4 dln. 1800), heeft De Sade, gebiologeerd door het relatieve van de grenzen tussen goed en kwaad, de meest verhulde en afstotende verlangens en ‘afwijkingen’ van de geest zonder schroom gestalte gegeven. Het is De Sades verdienste dat hij systematisch naar de duistere driften in de mens heeft gespeurd en als eerste bloeddorstigheid, wreedheid, lustbeleving en erotiek als een categorie samenhangende verschijnselen heeft beschreven (sadisme werd de geijkte term voor dit complex). Als moralist streed hij in zijn werk tegen het kwade, door dit in al zijn abjecte mogelijkheden te tonen. Hij heeft verscheidene keren gevangen gezeten (totaal ca. 12 jaar), niet zozeer op grond van zijn geschriften, als wel door wraakoefeningen van zijn familie, om zijn met kennis van zaken scherp gesteld atheïsme, zijn materialistische filosofie, zijn revolutionaire denkbeelden en progressieve opvattingen. Ook wekte hij de toorn van Napoleon, omdat hij in de sleutelroman Zoloë et ses deux acolytes (1800) het liefdeleven van Joséphine de Beauharnais had beschreven. De laatste jaren van zijn leven was De Sade geïnterneerd in een krankzinnigengesticht.
Werken: Les 120 journées de Sodome ou l’école du libertinage (1785), La philosophie dans le boudoir (1795), La nouvelle Justine (1797), La marquise de Ganges (1813). De uitgave van grote delen van zijn werk is lange tijd in vele landen verboden (geweest). In 1956 werd te Parijs een uitgave van zijn verzameld werk verboden (L’affaire Sade, door M. Garçon e.a., 1956). Van de Oeuvres complètes bestaan twee uitgaven: 25 dln. 1953—70 en 15 dln. 1962-64. LITT. G.Apollinaire, L’oeuvre du marquis De Sade (1909); G.Lely, Vie du marquis De Sade (2 dln. 1952-53); G.Lely, Sade (1964); J.J.Brochier, Sade (1966); G.Pappot, De markies De Sade (1967); R. Lacombe, De Sade (1974).