[zie Oudhd. hruot, roem, prijs, wolf], mannennaam, gedragen door o.a. een aantal vorsten.
DUITSE RIJK
Rudolf I van Habsburg, Duits keizer (1278-91), *1.5.1218 Breisgau, ♱15.7.1291 Spiers; zoon van Albrecht IV, graaf van Habsburg. Rudolf volgde zijn vader in 1239 op in de Elzas. Hij steunde de Hohenstaufen, Keizer FrederikIIn en zijn zoon Koenraad IV, in hun strijd tegen de Welfen, waardoor hij door paus Innocentius iv geëxcommuniceerd werd. Hij breidde zijn huismacht zo sterk uit, dat hij de sterkste Zuidduitse landsheer werd. In 1273 werd Rudolf tot Rooms-Koning gekozen. Hij zag af van alle rechten op Rome, de Kerkelijke Staat en Sicilië.
Hij streed van 1274-78 tegen Ottokar II van Bohemen en legde de grondslag van het latere Habsburgse huis door na de dood van Ottokar (1278) zijn zoons aan te stellen tot graven van resp. Oostenrijk (AlbrechtIi) en Stiermarken. Het koningschap van Rudolf betekende het einde van het interregnum.
LITT. A.Gerlich, Studiën zur Landfriedenspolitik König Rudolfs von Habsburg (1963).
Rudolf II, Duits keizer (1576—1612), *18.7.1552 Wenen, ♱20.1.1612 Praag; zoon en opvolger van Maximiliaan II. Rudolf was een geleerde, excentrieke figuur, die later krankzinnig werd. Hij brak met de tolerante godsdienstpolitiek van zijn vader en zette vooral in Oostenrijk de Contrareformatie met radicale maatregelen door. Rudolf bevorderde kunst en wetenschap, maar zijn ziekte ondermijnde zijn effectiviteit in regeringszaken, zodat hij in het laatste decennium van zijn regering meer en meer door zijn broer en rivaal Matthias werd overvleugeld. Hij werd als koning van Hongarije in 1606, als koning van Bohemen in 1611 (ondanks de door hem in 1609 verleende majesteitsbrief) door Matthias verdrongen.
LITT. P.Erlanger, L’empereur insolite: Rudolphe IIi de Habsbourg (1971); R.J.W.Evans, Rudolf II and his world (1973).
Rudolf van Rheinfelden, Duits (tegen)koning (1077—80), *(?), ♱(gesn.) 15.10.1080 Hohenmölsen. Rudolf ontving van keizerin Agnes het hertogdom Zwaben (1057). Hij werd door de Duitse vorsten die tegenstanders waren van keizer Hendrik IV tot koning gekozen en in 1080 door paus Gregorius VII erkend. Rudolf sneuvelde in de burgeroorlog. LITT. H.Bruns, Das Gegenkönigtum Rudolfs v. Rheinfelden (1939).
OOSTENRIJK-HONGARIJE
Rudolf Frans Karel Jozef, Oostenrijks aartshertog, kroonprins van Oostenrijk-Hongarije, *21.8.1858 kasteel Laxenburg (bij Werien), ♱30.1.1889 kasteel Mayerling (bij Wenen); enige zoon van keizer Frans Jozef. Rudolf huwde in 1881 met de Belg. prinses Stéphanie. Rudolf, liberaal gezind, pro-Frans en pro-Hongaars georiënteerd en daarom buiten de staatszaken gelaten, pleegde zelfmoord of werd vermoord samen met zijn 17-jarige vriendin Maria Vetsera.
LITT. L.Delafortrie, Mayerling: zelfmoord of doodslag (1968).
UTRECHT
Rudolf van Diepholt, bisschop van Utrecht (1423—55), *ca.l400 ♱24.3.1455 burcht Ter Horst (bij Rhenen). Rudolf van Diepholt werd tot bisschop van Utrecht gekozen door toedoen van de Lichtenbergers (Lichtenbergers en Lokhorsten; begin van het Utrechts Schisma). Paus Martinus v benoemde in 1425 echter, op aandrang van Filips de Goede van Bourgondië, Zweder van Kuilenburg. Rudolf oefende de macht uit in het Oversticht, Zweder in het Nedersticht. In 1432 kreeg Rudolf de pauselijke erkenning, maar toen werden Zweder en na diens dood (1433) zijn opvolger Walraven van Meurs als tegenbisschoppen door het Concilie van Bazel gesteund. Walraven deed echter in 1448 afstand. Rudolf werd in dat jaar verdreven, na onenigheid met zijn onderdanen, maar keerde in 1449 terug.