Frans componist, *5.4.1869 Tourcoing, ♱23.8.1937 Royan. Tot 1894 was Roussel marineofficier, daarna ging hij orgel bij Gigout en compositie bij V.d’Indy studeren.
Hij werd leraar contrapunt aan de Schola cantorum te Parijs. Als componist behoorde Roussel aanvankelijk tot het impressionisme; zijn werken zijn door een bijzonder koloriet gekenmerkt. Een reis in 1911 naar het Verre Oosten luidde een persoonlijke stijl in. Hierna wendde Roussel zich tot de absolute muziek, die bij hem een scherpe profilering kreeg, vooral door het oorspronkelijke gebruik van contrapunt. Composities: ballet: Le festin de l’araignée (1912), Bacchus et Ariane (1930); koorwerken: Les évocations (1910-12), Psaume 80 (1928); 4 symfonieën, kameren pianomuziek, liederen.LITT. R.Bernard, A.Roussel (1948); A.Surchamp, Roussel (1967).
