[Fr. rigole, greppel], v./m./o. (riolen),
1. meestal overdekt of onderaards kanaal tot afvoer van afvalwater; (riolering);
2. (waterbouwkunde) door schuiven afsluitbare uitsparingen in sluishoofden of schutkolkwanden voor het spuien van water in of uit de schutkolk.
De wijze waarop in de waterbouwkunde de riolen worden aangebracht, is van grote invloed op de meer of minder rustige ligging van schepen in de schutkolk tijdens het schutten en daarmee op de krachten, optredende in de trossen, waarmee de schepen vastgemeerd liggen.