Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Ringworm

betekenis & definitie

m.,

1. (-en), (ook: gelede worm), een gesegmenteerde worm uit het fylum ringwormen;
2. tinea, een huidziekte, door schimmels veroorzaakt.

GENEESKUNDE

De schimmels (dermatofyt) vermeerderen zich in de hoornstof van opperhuid, haren en nagels. Er zijn oppervlakkige en diepe vormen van ringworm. Oppervlakkige ringworm bestaat uit één of meer ronde, scherp begrensde, rode, schilferende plekken, die snel groter worden en de neiging hebben in het centrum te genezen, waardoor ringen kunnen ontstaan. Bij kinderen komt de afwijking nogal eens op het behaarde deel van het hoofd voor (favus). In de puberteit pleegt deze afwijking spontaan te genezen.

Bij diepe vormen van ringworm treedt er tevens een vaak heftige ontsteking van de haarzakjes (follikels) op, gepaard gaande met zwelling van de huid en puistvorming, waarbij de haren los gaan zitten. De diepe ringworm in de baardstreek van volwassen mannen wordt baardschurft genoemd. Ringworm is besmettelijk.

Oppervlakkige ringworm gaat van mens op mens over. De diepe ringworm is vaak een gevolg van contact met huisdieren die aan deze huidafwijking lijden. Behandeling van ringworm gedurende enkele weken met griseofulvinetabletten is afdoende. Daarnaast wordt meestal lokale therapie toegepast, b.v. met zwavelzalf of vioform.

< >