Vlaams letterkundige en kunstcriticus, *20.10.1888 Antwerpen, ♱1.7.1961 Antwerpen. De Ridder was hoogleraar financiewetenschap en statistiek te Gent.
Hij was stichter van De Boomgaard (1909—11) en Het Roode Zeil (1920), mededirecteur van het kunsttijdschrift Sélection (1920) en redacteur van De Vlaamse Gids (sinds 1933). De Ridder schreef zeer veel kritieken en essays over moderne litteratuur en de nieuwste richtingen in de schilderkunst. Werken: Le Fauconnier et le cubisme (1919), Jan Sluyters (1922), La littérature flamande contemporaine (1923), La jeune peinture belge (1929), James Ensor (1930), Het expressionisme in de moderne Vlaamse schilderkunst 91937), Valerius de Saedeleer (1938), Sint-Martens Laethem (1946), Oscar Jespers (1948), Eugeen Laermans (1950), Constant Permeke (1953), Jozef Cantré (1954).LITT. Liber memorialis Rijksuniversiteit Gent, in (1960).
