pseud. Jean Paul, Duits schrijver, *21.3.1763 Wunsiedel (bij Bayreuth), ♱14.9.1825 Bayreuth.
Richter studeerde filosofie te Leipzig, maar werd wegens geldgebrek huisonderwijzer. Hij leed mede door de dood van vrienden, o.a. Herder, aan melancholie. Hij vestigde zich te Meiningen, in 1803 te Coburg, en in 1804 te Bayreuth, waar hij vanaf 1809 een jaargeld ontving. Als schrijver verenigde Richter ongeveer alle tendenties van zijn tijd: sentimentaliteit, neiging tot didactiek en voorliefde voor de idylle. Werken: romans: Die unsichtbare Loge (1793), Hesperus (1795), Siebenkds (1796—97, herdr. 1960), Titan (1800-03), Flegeljahre (1804-05); idyllen: Leben des vergnügten Schulmeisterlein Maria Wuz in Auenthal (1791), Leben des Quintus Fixlein (1796); esthetica: Vorschule der Aesthetik (1804). Uitgaven: door E.Berend (33 dln. 1927-66); door de Academie te Berlijn (6 dln. 1960-63); door N.Miller (3 dln. 1969).LITT. U.Profitlich, Der seelige Leser (1968); J. Golz, Historische Position und Erzählhaltung im Werk Jean Pauls (1969); U.Schweikert, Jean Paul (1974).
