Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Rendier

betekenis & definitie

o. (-en), (ook: caribou), Rangifer tarandus, zoogdiersoort uit de familie hertachtigen; in Noord-Europa tot huisdier gemaakt, en gebruikt als trek-, lasten rijdier, en als melkleverancier, terwijl van het geslachte dier alles gebruikt wordt (vlees, huid, pezen, beenderen, ingewanden, vet, bloed). Het rendier leeft in grote kudden.

Beide geslachten dragen een gewei.De hoeven zijn breed en kunnen ver gespreid worden, zodat de dieren zich gemakkelijk over moerassige grond en sneeuw kunnen voortbewegen. De schouderhoogte varieert van 1,10 m-1,40 m; het gewicht bedraagt soms meer dan 300 kg. Het vaak zeer grote gewei heeft vele vertakkingen. De verspreiding is circumpolair. Rendieren zijn aangepast aan het leven onder arctische condities: de neus is behaard, de sneeuw wordt met hoeven en een naar voren gerichte tak van het gewei (‘oogtak’) weggeschraapt om de eronder verborgen vegetatie (rendiermos) te bereiken; seizoenstrekbewegingen naar gunstiger gebieden komen voor, enz. De wolf is de belangrijkste natuurlijke vijand van het rendier. De rijkdom der Lappen wordt bepaald door het aantal rendieren in hun bezit.

LITT. V.Patenbürg, Das Wildren(1949);W.Herre, Das Ren als Haustier (1955); W.Herre, Rentiere (1956).

< >