Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Reich, Wilhelm

betekenis & definitie

Oostenrijks psycholoog, *24.3. 1897 Dobrzcynica (Galicië), ♱3.11.1957 Lewisburg (Pennsylvanië). Reich kwam uit de school van Freud en was sinds 1922 leider van het Weense instituut voor psychotherapie.

Hij werkte als arts te Berlijn en Oslo en vluchtte in 1939 voor de nazi’s naar de VS, waar hij enige tijd doceerde en vervolgens een particulier instituut oprichtte. Reich trachtte een verbinding tot stand te brengen tussen de psychoanalyse en het marxisme. In zijn leer van het menselijk gedrag (Charakteranalyse) benadrukte hij de rol van het lichaam en de seksualiteit (m.n. het orgasme). Alle neurosen zijn volgens Reich een gevolg van storingen in het seksuele leven. Door onderdrukking van de seksualiteit (monogamie, verbod van incest) weet een autoritair gezag zich te handhaven en is de revolutie tot mislukken gedoemd. Reich poogde de libidotheorie van Freud een biologische basis te geven door de ‘ontdekking’ van de levensenergie, die hij orgon noemde.

De verkoop van accumulatoren om dit orgon op te wekken bracht hem in de gevangenis, waar hij stierf. Werken: Die Funktion des Orgasmus (1927), Charakteranalyse (1933), Die Massenpsychologie des Faschismus (1933), Dialektischer Materialismus und Psychoanalyse (1934), Die sexuelle Revolution (1936).

LITT. I.Ollendorf-Reich, W.Reich (1969); O.Rakner, W.Reich and orgonomy (1970); D.Boadella, W.Reich (1973); P.Reich, Der Traumvater (1975).

< >