Engels politicus, *1583 of 1584 Brynmore (Somersetshire), ♱8.12.1643 Londen. Pym werd in 1614 lid van het Lagerhuis, waar hij zich aansloot bij de oppositie tegen het koninklijk absolutisme en de aanval van de puriteinen op de Anglicaanse Kerk leidde.
Na de ontbinding van het parlement door Jakobus i werd Pym in 1622 in staat van beschuldiging gesteld, maar in 1624 in het nieuwe parlement herkozen. Pym was voorman in het verzet tegen Buckingham, de gunsteling van Karel I, stond achter de Petition of Rights en trad op als woordvoerder van de oppositie in het Korte Parlement (1640). In het Lange Parlement leidde hij de actie tegen Strafford en Laud en stelde hij de Grote Remonstrantie (1641) op, waarmee het parlement de wetgevende macht voor zich opeiste. De vergeefse poging van Karel I om Pym en vier medestanders, die steun vonden bij de Londense burgerij, te arresteren, ontketende de oorlog tussen Kroon en Parlement (1642; Great Rebellion). Pym toonde zich onverzoenlijk en versterkte de parlementspartij door een verbond met de opstandige Schotse presbyterianen (1643).
LITT. J.H.Hexter, The reign of king Pym (1941).