o. (-diën, -dia), bij Deuteromycetes (schimmels waarvan geen geslachtelijk voortplantende vormen bekend zijn) voorkomende bolof flesvormige weefselverdichting, die inwendig een holte heeft, die met een porie naar buiten uitmondt. In de holte van het pycnidium worden conidiën (sporen) gevormd, die als pycnosporen ontsnappen, hetzij droog, hetzij in lange slijmdraden.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk