geslacht van kleine, aan varens verwante planten (familie Psilotaceae), 2-4 (sub)-tropische soorten. De planten hebben vorksgewijs vertakte, groene, geribde stengels met een protostele, uitwendig voorzien van schubjes, die als bladeren kunnen worden beschouwd.
De sporangiën zijn gelobd, vrijwel zittend en driehokkig. In de bodem treft men een wortelstokachtig stengeldeel met rizoïden waarin schimmels voorkomen (mycorriza). Het prothallium is cilindervormig en verloopt onderaards, met antheridiën (die antherozoïden met vele trilharen leveren) en archegoniën. Psilotum triquetrum komt in alle tropen voor, meestal aan de voet van palmen. Hij is vaak als een toevallige indringer in warme kassen te vinden; in Spanje ook in het wild gevonden.