Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Provinciale Staten

betekenis & definitie

het eerste orgaan van het Ned. provinciaal bestuur, voor vier jaar volgens evenredige vertegenwoordiging rechtstreeks gekozen door de ingezetenen van de provincie. Het aantal leden varieert naar gelang het inwonertal van de provincie: Drenthe (39) en Zuid-Holland (83).

De leden van Provinciale Staten treden tegelijk af en zijn dadelijk herkiesbaar. Provinciale Staten houden jaarlijks twee gewone zittingen. Voorzitter is de commissaris des konings. In de jaren waarin de verkiezingen van de leden van de Provinciale Staten worden gehouden, wordt de eerste zitting geopend op de eerste dinsdag van juli. De gewone zittingen zijn openbaar en duren, tenzij de Provinciale Staten tot het tegendeel besluiten, tenminste 14 dagen. Buitengewone zittingen worden, zo dikwijls het tot het doen van keuzen door de wet wordt gevorderd, of de koning het nodig oordeelt, gehouden.

Aan de Provinciale Staten worden de regeling en het bestuur van de huishouding van de provincie overgelaten. Zij maken de verordeningen, die zij voor het provinciaal belang nodig oordelen, tenzij wetten of algemene maatregelen van bestuur deze aangelegenheden regelen. De provinciale reglementen en verordeningen kunnen geen bepalingen omtrent onderwerpen van algemeen rijksbelang inhouden. De begroting der provinciale inkomsten en uitgaven, jaarlijks door de Provinciale Staten op te maken, behoeft de goedkeuring des konings. De macht van de koning de besluiten van Provinciale Staten of van Gedeputeerde Staten, die met de wet of het algemeen belang strijdig zijn, te schorsen en te vernietigen, is overeenkomstig art. 149 van de Grondwet geregeld bij artt. 166–174 van de Provinciewet. De Provinciale Staten hebben verder het toezicht op alle waterstaatswerken, waterschappen, veenschappen en veenpolders, behoudens de bevoegdheid van de wetgever om het toezicht over bepaalde werken aan anderen op te dragen.

De Provinciale Staten zijn bevoegd, met goedkeuring van de koning, in de bestaande inrichtingen en reglementen van de waterschappen, veenschappen en veenpolders veranderingen te maken, waterschappen, veenschappen en veenpolders op te heffen, nieuwe op te richten en nieuwe reglementen voor dergelijke instellingen vast te stellen. Tenslotte rust op de Provinciale Staten de taak de leden der Eerste Kamer van de Staten-Generaal te kiezen.