Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

prognose

betekenis & definitie

[Gr. prognosis, het vooruit weten], v. (-s), vaststelling van het vermoedelijk verloop van een ziekte; in ruime zin: de vooruitzichten en verwachtingen van andere processen.

ECONOMIE

Betreft de prognose economische grootheden, dan kan zij worden gekwantificeerd en de vorm aannemen van een cijfermatige raming van de toekomstige waarde die grootheden zullen aannemen. Bij een bedrijf zal men aldus voorspellingen maken van de afzet (marktprognose, marktanalyse, marktonderzoek) of van het prijsverloop van grondstoffen en van concurrerende produkten, bij de overheid bedient men zich voor de vaststelling van het beleid van prognoses omtrent de werkgelegenheid, de uitvoer, het prijspeil en andere macro-economische grootheden. Al naar het vraagstuk wisselt de termijn waarop de prognoses betrekking hebben. Bij macro-economische voorspellingen bestrijkt de korte termijn doorgaans een periode van één jaar, de middellange termijn drie tot zes jaar en de lange termijn perioden van tien jaar of langer. Hierbij moet rekening worden gehouden met de kans dat een bepaalde voorspelling zelf een zodanig gedrag uitlokt dat zij gerealiseerd wordt (self-fulfilling prophecy); een voorspelling van b.v. een neergaande conjunctuur kan leiden tot uitstel van investeringen, waardoor de voorspelde neergang ook inderdaad wordt gerealiseerd. Anderzijds bestaan ook self-denying prophecies; sombere voorspellingen kunnen een zodanig gedrag uitlokken, dat de dreigende voorspelling niet uitkomt.