Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

privé-pers

betekenis & definitie

[Eng. private press, particuliere drukkerij], v. (-en), drukkerij waarvan de eigenaar-drukker zich ten doel stelt in typografisch opzicht bijzonder drukwerk (bibliofiele drukken) te produceren.

Bij de privé-pers worden de drukken, die meestal een kleine oplage hebben, met de hand gezet en gedrukt. Vóór de 19e eeuw kwamen andere vormen van privé-persen voor, o.a. voor het drukken van voor de commerciële handel niet geschikte werken. De bibliofiele privé-pers dankt haar ontstaan aan de Engelse reactie op de 19e-eeuwse karakterloze commerciële boekdruk; de eerste privé-pers was de Kelmscott Press (1891-98), waarop W.Morris zelf het ambacht van het boekdrukken beoefende. In zijn voetspoor volgden er vele: o.a. in Engeland de Doves Press (1900) van T.J.Cobden Sanderson en E.Walker en de Vale Press (1894) van C.Ricketts; in Duitsland de Cranach Presse (1913) van H. Kessler; in Italië de Officina Bodoni (1923) van G. Mardersteig; in Nederland de Zilverdistel (1910), later Kunerapers (1922) van J.F.van Royen (die vanaf 1913 de leiding had), de Tuinwijkpers (ca. 1955) van S.Hartz en de Eliance Pers (1968) van P.

Muller; in België de Antwerpse drukkersfirma Buschmann (eind 19e eeuw), J.de Praetere, M. Elskant. De produktie van de privé-persen wordt sinds 1959 jaarlijks gecatalogiseerd in Private press books. LITT. T.Rae en G.Handley-Taylor, The book of the private presses (1958); C.Franklin, The private presses (1969); R.Cave, The private press (1971).

< >