Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Priestley, Joseph

betekenis & definitie

Engels theoloog, filosoof en natuurwetenschapper, *13.3.1733 Fieldhead (bij Leeds), ♱6.2.1804 Northumberland. Priestley werd in 1755 predikant bij de independenten in Needham Market (Suffolk), 1767-72 te Leeds, waar hij tot unitarische beginselen kwam.

Zijn vrijzinnige opvattingen en sympathie voor de Franse Revolutie brachten hem in moeilijkheden, zodat hij in 1794 naar Pennsylvanië uitweek, waar hij verscheidene gemeenten stichtte. Hij geldt als de vader van de Noordamerikaanse unitariërs. Als filosoof vond Priestley aansluiting bij de traditie van J.Locke en Hartley. Hij ging echter verder in materialistische richting en kende aan de materie ook psychische eigenschappen toe. Hij wilde de psychologie door zenuwfysiologie vervangen en ontkende de vrijheid van de wil. Niettemin hield hij vast aan verrijzenis en eeuwig leven van de mens.

Op natuurwetenschappelijk gebied onderscheidde Priestley zich, met o.a. The history of electricity (1766) en de ontdekking van zuurstof (1774). Onafhankelijk van K. Scheele verkreeg hij zuurstof door rood kwikoxide in een met kwik afgesloten glazen vat met een groot brandglas te verwarmen. Hij ontdekte dat dit gas de verbranding van een gloeiende houtspaander sterk aanwakkert. Later ontdekte hij dat dit gas de ademhaling beter onderhoudt dan ‘gewone lucht’.

Priestley beschouwde zuurstof als van phlogiston bevrijde lucht. Ook andere gassen zijn door hem onderzocht (zwaveldioxide, chloorwaterstof, stikstofdioxide, ammoniak).

LITT. F.W.Gibbs, J.Priestley (1965); L.Velluz, Le pasteur Priestley (1968); R.E.Schofield, A scientific autobiography of J.Priestley (1970).

< >