Jacques, Frans dichter, *4.2.1900 Neuillysur-Seine, ♱ll.4.1977 Cherbourg. Prévert nam ca. 1930 deel aan de surrealistische beweging.
Vóór de Tweede Wereldoorlog werd hij bekend door teksten voor chansons, filmscenario’s en -dialogen. Pas in 1946 werd zijn eerste gedichtenbundel gepubliceerd. Zijn gedichten behandelen alledaagse zaken; zij zijn eenvoudig van taal, vaak in felle bewoordingen geschreven, en zijn humoristisch en satirisch. Gedichten uit zijn bundels werden op muziek gezet door Joseph Kosma en succesvol vertolkt door o.a. Juliette Greco, Yves Montand, Les Frères Jacques, Jacques Douai en Cora Vaucaire. Samen met zijn broer Pierre exploiteerde Prévert van 1944-50 het Parijs cabaret La rose rouge. Werken: poëzie: Paroles (1946), (met A.Verdet) Histoires (1946), Spectacle (1951), La pluie et le beau temps (1955), Fatras (1966); chansons: Barbara, Les feuilles mortes; films: Drôle de drame, Les visiteurs du soir, Les enfants du paradis, Les portes de la nuit.
LITT. J.Queval, J.Prévert (1955); G.Gaillot, Les Prévert (1967); A.Bergens, J.Prévert (1969).
