[Lat.],
I. bw., bij wijze van gunst, tot wederopzeggens toe, zonder zakelijk recht;
II. zn. o.(-’s),
1. bezit ter bede, bezit waarvan de bezitter zo lang genot heeft als de eigenaar het hem laat; 2.recht om stoepen, balkons enz. op en boven de openbare grond te hebben.