o., omgangstaal in de tweede helft van de 19e eeuw, wijd en zijd in gebruik in de havensteden van China, Thailand, Maleisië, Noord-Borneo enz., in het verkeer van de daar talrijke Chinezen met andere Aziaten en blanken. Het Pidginengels is een bastaardtaal van Engels en in mindere mate Maleis, alsmede enige Portugese woorden.
Het wordt naar Chinese manier uitgesproken en is ook wat vorm, zinsbouw en idioom betreft volgens Chinees model. Zo ontbreken grammaticale onderscheidingsvormen, de voor Chinezen bezwaarlijke r-klank is door de l vervangen, achter verscheidene slotmedeklinkers in Engelse woorden wordt een klinker gevoegd; lastige begin-of slotklanken verdwijnen. Alle werkwoordsvormen worden door de onbepaalde wijs uitgedrukt; persoonlijke voornaamwoorden in een verbogen vorm: me washee = I wash. Onder invloed van het onderwijs loopt het gebruik van het Pidginengels steeds meer terug en is het thans beperkt tot de sociaal minst draagkrachtigen. In Melanesië heeft het Pidginengels, opgebouwd uit Engelse, Duitse en Austronesische elementen, zich ontwikkeld tot een eenvoudige maar volwaardige taal, het Neomelanesisch dat dienst doet als lingua franca tussen de verschillende volken van Nieuw-Guinea en de Melanesische eilanden.