v./m., tak van de psychologie die zich bezighoudt met het individu voorzover dit zich psychologisch onderscheidt van andere personen.
Hoewel er verschillende omschrijvingen zijn van het begrip persoonlijkheidsleer, is men het erover eens dat in deze tak van de psychologie de nadruk ligt op het analyseren van de individuele aspecten van het gedrag. Het feit dat personen in dezelfde situatie volledig verschillend kunnen reageren, is daarbij het uitgangspunt. De theoretische uitwerkingen van deze waarneming lopen uiteen. In een aantal theorieën wordt de variatie van het gedrag geheel verklaard uit de fysieke, erfelijke constitutie (Kretschmer, Sheldon); in andere theorieën wordt de stelling verdedigd dat de ervaring (milieu) de bron is van alle gedragsverschillen. Voorts kan men persoonlijkheidsleren onderscheiden naar de breedte van het gedrag dat zij willen verklaren; soms spreken zij zich slechts uit over één eigenschap, b.v. intelligentie of motivatie, in andere gevallen geven zij complete modellen van de persoonlijkheidsstructuur.