1. afgebakende ruimte, b.v. voor spelen, vechten (strijdperk); sector van een door een gebogen lijn ingesloten oppervlak;
2. vak in een tuin dat met bloemen en planten bezet wordt: een met dahlia’s;
3. begrenzing: de perken van tijd en plaats; geen perken kennen; onbeperkt; met een voorzetsel of een bw.: die brutaliteit gaat alle perken te buiten; aan iets paal en perk, o. (-en) stellen, er een einde aan maken of het stuiten.