v./m., (sterrenkunde) een systematisch verband dat bij pulserende veranderlijke sterren blijkt te bestaan tussen de periode van de lichtwisseling en de absolute helderheid, d.i. de helderheid die de sterren zouden hebben indien ze alle op dezelfde afstand van de waarnemer waren geplaatst.
De periode-lichtkrachtwet is een machtig hulpmiddel gebleken om van een groep sterren (m.n. van bolvormige sterrenhopen) de afstand te bepalen. Men bepaalt de periode van enkele veranderlijke sterren door hun lichtwisseling enige tijd te volgen. Met de periode-lichtkrachtwet volgt uit de periode de absolute helderheid. Anderzijds meet men de schijnbare helderheid. Uit de verhouding van de absolute en schijnbare helderheden bepaalt men de afstand van de veranderlijke ster en dus ook van de sterrenhoop waartoe hij behoort. Alle RR Lyraesterren, die perioden hebben tussen 1/10 en 1 dag hebben vrijwel dezelfde absolute helderheid.
Er is verder een systematisch verschil tussen de galactische cepheïden, van populatieIi (prototype: 𝛿 Cephei) en de zogenaamde abnormale cepheïden die tot populatie II behoren (prototype: W Virginis). De periode-Iichtkrachtwet is ontstaan uit de waarnemingen van H.S.Leovitt van de veranderlijke sterren in de kleine Magellaanse Wolk.
