Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

perfect (perfekt)

betekenis & definitie

[Lat. perfectus], bn. en bw.

(-er, -st),

1. volmaakt, volkomen, geheel: alles is in orde; (antieke wiskunde) getallen die gelijk waren aan de som van hun echte delers;
2. een puntverzameling, als deze verzameling identiek is met haar afgeleide (de verzameling van haar verdichtingspunten).

Voorbeelden van perfecte getallen zijn: 6= l + 2 + 3 en 28 =1 + 2 + 4 + 7 + 14.

De even perfecte getallen worden bepaald door de formule 2n-1(2n-l), mits 2n-l ondeelbaar is. Of er ook oneven perfecte getallen zijn, is nog een open vraag.