plantengeslacht behorend tot de familie Geraniaceae, met ca. 250 soorten kruidachtige of heesterachtige planten, die vooral in Oosten Zuid-Afrika inheems zijn. Pelargonium-soorten zijn gekenmerkt door regelmatige, zygomorfe bloemen, met een lange spoor (die eventueel met het bloemsteeltje samengegroeid is) en één sterk vergroot kelkblad.
De eerste soorten kwamen ca. 1600 naar Europa waar zij tot de voornaamste sierplanten zouden gaan behoren. Verreweg de grootste rol spelen de Pelargonium zonale-hybriden, die als talloze tuinvariëteiten in omloop zijn onder naam ‘geranium’. In Portugal zijn het geliefde heggeplanten. De P. peltatum-hybriden zijn vooral ‘hanggeraniums’; de P. grandiflorum-hybriden zijn de ‘Franse geraniums’ die in de Benelux vooral in kas en kamer gekweekt worden (grote, trechtervormige bloemen, meestal met donkere vlek). Belangrijke producenten van ‘geraniumolie’ zijn o.a. P. graveolens, P. odoratissimum en P. krappianum. Voorts worden allerlei geurvariëteiten gekweekt, b.v. met citroen-, rozen(P. radens) en muntgeur.
