m. (-brieven), ben. voor een gewone obligatie, uitgegeven door een hypotheekbank.
Hoewel de hypotheekbank uitsluitend krediet verleent tegen hypothecaire zekerheid, kunnen de houders van pandbrieven nimmer rechten doen gelden op het onroerend goed waarop de hypotheekbank krediet geeft. Zij zijn slechts concurrent crediteur van de hypotheekbank en hebben geen andere zekerheid dan de gegoedheid van de debitrice (hypotheekbank), d.w.z. de hypothecaire vorderingen, het gestorte aandelenkapitaal en de reserves. De bij het in omloop brengen van pandbrieven gevolgde gedragslijn wordt pandbriefpolitiek genoemd. Het gaat hierbij o.a. om het verband tussenpandbrieven en hypotheken en de regeling van de aflossing (uitloting). Soms worden pandbrieven in plaats van de uitloting door de hypotheekbank ingekocht.