m. (-en, -s), toestel waarmee men ozon bereidt door middel van donkere
elektrische ontladingen.
In een ozonisator wordt lucht ingelaten tussen twee concentrische buizen (overtrokken met bladtin), waartussen een wisselspanning van 8000 V is aangelegd. Ozonisatoren worden toegepast voor de produktie van ozon ten behoeve van chemische reacties in de chemische industrie, en ter ontsmetting van zwemwater.