v., het vangen van meer vis uit een bepaald visgebied dan verantwoord is voor het behoud van de visstand: de overbevissing van de Noordzee. Bij overbevissing van een vissoort zal bij een vermeerdering van de visserij-inspanning de totale vangst niet toenemen maar constant blijven of dalen.
Hierbij neemt de vangst per schip af.Bij een te grote visserij-intensiteit o.a. veroorzaakt door een te groot aantal schepen, daalt de visstand zo sterk, dat het peil van de jaarlijkse aanwas (rekruten, nieuwe jaarklassen) aangetast kan worden. Men spreekt dan van rekruteringsoverbevissing. Naast biologische overbevissing kent men de economische overbevissing waarbij men uitgaat van de geldelijke opbrengst van de vangst van een vissoort en een bepaalde grootte van de vloot die hierop ingesteld is. Is de vloot te klein dan is de totale geldelijke opbrengst lager dan zij zijn kan (economische onderbevissing), en is de vloot te groot dan is er sprake van economische overbevissing. De optimale economische bevissing wordt doorgaans door een kleinere vloot bereikt dan de optimale biologische bevissing. Niet iedere vissoort in de Noordzee bevindt zich in dezelfde fase van bevissing.
De schol wordt b.v. nauwelijks overbevist, terwijl de haring en de tong wel worden overbevist. Om overbevissing tegen te gaan worden internationaal vangstbeperkende maatregelen (quotering) getroffen. Om te voorkomen dat de visserij-intensiteit van overbeviste naar nog nauwelijks overbeviste of onderbeviste soorten verschuift, worden alle vissoorten in een quoteringssysteem opgenomen.
