Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

otters

betekenis & definitie

m. (mv.), Lutrinae, een onderfamilie van

zoogdieren, behorend tot de familie marterachtigen.

Otters zijn watermaners met zwemvliezen tussen de tenen en korte, stompe klauwen. De 19 bekende soorten komen over de gehele wereld voor, behalve in het Australische gebied. De (vis)otter, Lutra lutra, bewoont Europa (tot in Ierland toe), NoordAfrika en Azië tot op Java. Door vervolging, kanalisatie en waterverontreiniging is deze soort in Nederland en België zeldzaam geworden. Door de verborgen leefwijze lijkt de otter echter zeldzamer dan hij werkelijk is. Hij is sterk aan zoet water gebonden, hij komt echter ook voor in riviermonden en delta’s.

Het voedsel bestaat uit zoogdieren (o.a. woelrat en muskusrat), watervogels, kikvorsen, vissen, grote insekten en mossels. Het nest heeft altijd minstens één uitgang onder water; in dit nest worden ook de 2-3 jongen geboren. Lichaamslengte tot 80 cm; de staart (tot 55 cm) is belangrijk voor de voortbewe-1 ging in het water. Levensduur 10-20 jaar.

Otters zijn vaak zeer speelse dieren, ook in het wild;1 zij maken b.v. glijbanen in de sneeuw. Een nauw verwante soort, die echter groter wordt, is de Amerikaanse otter, Lutra canadensis. In Afrika en Azië komen enige soorten voor, waarbij de nagels sterk gereduceerd zijn of zelfs geheel afwezig kunnen zijn.

De reuzenotter, Pteronura brasiliensis, van de rivieren van tropisch Zuid-Amerika kan tot bijna 2,5 m lang worden. De enige zeebewoner is de zeeotter, Enhydra lutris, van de kusten van de noordelijke Grote Oceaan.

Door voortdurende jacht vanwege de zeer kostbare pels is de zeeotter zeldzaam geworden, maar is recent onder bescherming van de VS en Rusland iets toegenomen. Het enorme verspreidingsgebied volgt de kust van de Zee van Ochotsk tot in Californië.

Het voedsel bestaat uit o.a. zeeëgels, weekdieren (schelpdieren) en krabben. Deze worden met de voorpoten stukgeslagen op een op de buik geplaatste steen, terwijl het dier op de rug drijft.

LITT. I.Barabasch-Nikiforow, Der Seeotter oder Kalan (1962); C.J.Harris, Otters (1968).

< >