m. (-en), zintuig dat signalen doorgeeft aan systemen die van belang zijn bij de regulatie van de wateropname en -uitscheiding.
Osmoreceptoren zijn gelokaliseerd in verschillende delen van de hypothalamus van de hersenen, het maagdarmkanaal, de lever en de pancreas.
Stijging van de osmotische druk wordt waargenomen door de osmoreceptoren van de hypothalamus, hetgeen leidt tot een toename van de afgifte van het antidiuretisch hormoon (adh), waardoor in de nier de reabsorptie van water wordt bevorderd. Afname van de osmotische druk heeft het omgekeerde effect. Osmoreceptoren spelen dus een belangrijke rol bij de osmoregulatie.