o., veel verbreid gesteentevormend
mineraal uit de groep van de veldspaten, K[Si3A10g].
Orthoklaas, K[Si3A108], is monoclien en komt meestal voor in platte of zuilvormige kristallen die vaak vertweelingd zijn. De bekendste is de tweeling van Karlsbad. Orthoklaas splijt volgens vlakken bijna loodrecht op elkaar. Het is in de regel doorschijnend maar ondoorzichtig, rood, geelachtig of roomkleurig, ook kleurloos doorzichtig (adulaar).
Orthoklaas is hoofdbestanddeel van graniet en syeniet en daarmee in chemische samenstelling overeenkomende stollingsgesteenten. Bij verwering van het gesteente gaat orthoklaas over in waterhoudende aluminiumsilicaten, hoofdbestanddeel van kaolienklei en dragers van het voor de plantengroei onmisbare kalium.
