6100 km2, 300000 inw. Hoofdstad: Alençon.
Het landschap is heuvelachtig. Overwegend agrarisch met nadruk op veeteelt en ooftbouw (appels voor de ciderbereiding). Enkele gedeelten zijn bosrijk; totaal 1040 ha bebost. Van de beroepsbevolking werkt 36 % in de agrarische sector, 31 % in de industrie en 33 % in de dienstverlening. De industrie omvat ijzerwinning en textiel. Door het decentralisatiebeleid na 1950 kreeg de industrie nieuwe impulsen: metaalnijverheid, elektrische huishoudelijke apparaten, auto-onderdelen.