Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

oriëntalistiek

betekenis & definitie

v., wetenschap die de kennis van de oosterse (Aziatische en Noordafrikaanse) talen, litteratuur en cultuur tot voorwerp heeft.

De eerste oosterse talen die in het westen werden bestudeerd, waren het Hebreeuws (door de vertalng van het OT in het Grieks) en het Arabisch leerstoel te Parijs in de 13e eeuw). Gedurende de gehele middeleeuwen en tot het begin van de nieuwe tijd bleef het Hebreeuws vrijwel de enige taal die wetenschappelijk onderzocht werd, een enkele keer samen met andere Semitische dialecten (Arabisch, Aramees). In de 17e eeuw begon de studie van het Oudethiopisch. Pas tegen het eind van de 18e eeuw kwam verandering, eerst door de ‘ontdekking’ van het Sanskriet, vervolgens in de 19e eeuw door de ontcijfering van de hiërogliefen van Egypte, kort daarna gevolgd door die van de Babylonisch–Assyrische monumenten. De vergelijkende taalstudie deed ook het nut en de noodzakelijkheid inzien alle overige oosterse talen en culturen in het onderzoek te betrekken, zodat het gebied van deze studie weldra een geweldige omvang kreeg. Aan bijna elke Europese universiteit zijn leerstoelen daarvoor ingesteld. Sedert 1870 worden geregeld internationale oriëntalistencongressen gehouden.

< >