Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

optisch

betekenis & definitie

[Gr.], bn.,

1. (optica) wat op het licht betrekking heeft: optische verschijnselen in de atmosfeer; (sterrenkunde) de optische plaats van een ster, het punt aan de hemel waar zij schijnt te zijn; bedrog, gezichtsbedrog (door de breking of terugkaatsing van de lichtstralen ontstaand);
2. betrekking hebbend op de lichtstralen of daarmee werkend: optische instrumenten; de optische telegraaf; een systeem, stelsel van brekende en/of spiegelende vlakken, waardoor de loop van de lichtstralen gewijzigd wordt: beeld, optische afbeelding, beeld dat gevormd wordt door de van een voorwerp uitgaande lichtstralen, nadat zij door een optisch systeem zijn gegaan; optische hoofdas van het oog, de rechte lijn in verhouding waarmee de oogleden symmetrisch liggen; optische hoek, hoek gevormd door de optische hoofdassen van de beide ogen, wanneer ze naar een zelfde punt gericht zijn; optische geluidsregistratie, geluidsregistratie op een filmband door de geluidstrillingen om te zetten in elektrische trillingen, die dan in een lichtimpuls worden omgezet die op lichtgevoelig materiaal inwerkt en waarvan later door een omgekeerde werkwijze weer elektrische en daardoor geluidstrillingen kunnen worden opgewekt.