(speelde op, heeft opgespeeld),
I. (overg.) spelend in de hoogte gooien; (bij het kaartspel) spelend op tafel leggen, uitspelen: wie heeft die kaart opgespeeld?; beginnen te spelen;
II. (onoverg.) op zijn poot spelen; razen, uitvaren.
Gepubliceerd op 13-12-2021
betekenis & definitie
(speelde op, heeft opgespeeld),
I. (overg.) spelend in de hoogte gooien; (bij het kaartspel) spelend op tafel leggen, uitspelen: wie heeft die kaart opgespeeld?; beginnen te spelen;
II. (onoverg.) op zijn poot spelen; razen, uitvaren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: