Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

oppervlaktebehandeling

betekenis & definitie

v., (-en), werkwijze die ten doel heeft het oppervlak van metalen en houten voorwerpen zodanig te veranderen, dat het aan de gestelde mechanische en/of esthetische eisen voldoet.

Metaaloppervlakken kan men tegen corrosie of sterk reactieve stoffen beschermen door ze te bedekken met een afweermiddel dat tegen deze invloeden bestand is. De te bedekken metalen moeten vooraf gereinigd worden van oxiden, vuil, vet of olie. Indien het voorwerp b.v. niet volkomen roestvrij is, dan zet zich onder de bedekkingslaag de roestvorming voort. Er bestaan vele verschillende behandelingwijzen die als volgt zijn in te delen.

Bedekken door metalen kan geschieden door middel van vertinnen, verzinken, galvaniseren, metaalspuiten, platteren.

Door toepassing van processen die gelijkenis vertonen met cementeren, kan men ook in de oppervlakte van metalen bedekkingsmiddelen aanbrengen. Men onderscheidt:

a. sherardiseren, waarbij zinkgas tussen de metaalkorrels van het te bedekken voorwerp dringt en bij afkoeling zich aan deze korrels vasthecht;
b. caloriseren, een bewerking om stalen voorwerpen hittebestendig te maken;
c. aliteren, gloeien tot 1000 °C in zuiver aluminium waardoor een laag ijzer-aluminiumlegering ontstaat;
d. incromeren, gloeien van staal in chroomchloride waardoor een chroomlaag ontstaat.

Bedekken met organische stoffen kan geschieden door:

a. verven;
b. lakken, m.n. met nitrocelluloseen kunstharslakken;
c. bitumeren, m.n. ter bescherming van kabels en buizen in de grond;
d. invetten.

Bedekken door anorganische stoffen:

a. cement wordt voor betonconstructies veel gebruikt, waarbij de desoxiderende werking van het cement een gunstige bescherming vormt voor het inwendig aanwezige betonijzer;
b. email wordt ook veel gebruikt om huishoudelijke voorwerpen tegen chemische invloeden te beschermen.

Bedekken door chemische inwerking van oxiderende of beitsende stoffen:

a. fosfateren, een bewerking waarbij het voorwerp enige uren in een bad wordt gehangen waarin een fosforverbinding is opgelost (als grondlaag voor lakken);
b. oxideren (beperkt tot het blauwen van staal);
c. nitreren, het enige etmalen aan ammoniakdampen blootstellen van stalen voorwerpen bij 500 °C.
d. beitsen, het insmeren van staal met mangaan-, nikkelof loodchromaat waardoor aan de oppervlakte een beschermende laag ontstaat;
e. eloxeren, een elektrolytische oxidatie van aluminium of magnesium en hun legeringen (een gelijksoortig proces is -anodiseren);

ƒ. plateren, dunne metaallaag opwalsen op metalen ondergrond.

De oppervlakte van houten voorwerpen dient tegen vuil en vlekken, slijtage en/of verwering beschermd te worden. Hiervoor kan, afhankelijk van het gebruiksdoel, gebruik worden gemaakt van beits, was, olie, lak, verf of buitenbeits. Door een transparante afwerking wordt het hout in het algemeen dieper en voller van kleur.

< >