m. (mv.), Otariidae, een familie van zoogdieren, behorend tot de orde zeeroofdieren. De oorrobben zijn voornamelijk geconcentreerd langs de kusten van de zuidelijke continenten en eilanden.
Oorrobben hebben een kleine uitwendige oorschelp (ontbreekt bij de overige zeeroofdieren) en een zeer beweeglijk lichaam, waarbij de achterste ledematen naar voren gedraaid kunnen worden.Hierdoor kunnen oorrobben zich op het land in het algemeen gemakkelijker bewegen dan de overige zeeroofdieren. De dertien bekende soorten worden wel ingedeeld in twee groepen naar het al of niet aanwezig zijn van wollig onderhaar. De eerste zijn de pelsrobben, al eeuwenlang door pelsjagers gedecimeerd; de tweede groep zijn de zeeleeuwen, waarbij dit onderhaar niet aanwezig is. Oorrobben zijn sociaal en leven in soms grote kudden op eilanden voor de kust en in mindere mate ook op het vasteland. De mannetjes verzamelen in de paartijd een harem om zich heen, die territoriaal verdedigd wordt. Meestal worden de jongen aan land geboren, waarna de vrouwtjes vrijwel onmiddellijk weer bevrucht worden.
De draagtijd is voor alle soorten dus vrijwel een jaar; door vertraagde innesteling van de bevruchte eicel blijkt de werkelijke draagtijd veel korter te zijn. Oorrobben zijn uitgesproken vis-en inktviseters; de prooi wordt zwemmend onder water gevangen.
Het geslacht Arctocephalus, pelsrobben, is met zeven soorten verspreid over de kusten van Zuid-Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland, de subantarctische eilanden en westelijk Zuid-Amerika tot het zuidwesten van Noord-Amerika. De zeebeer of beerrob, Callorhinus ursinus, bewoont de Aziatische en Amerikaanse kusten van de noordelijke Grote Oceaan. Dit is een groot dier (tot 2,50 m lang, tot 250 kg zwaar), waarvan jaarlijks ca. 50000 huiden (Alaska seal) door de regering van de VS geoogst worden, voornamelijk op de Pribilof Eilanden. De omvang van de populaties wordt nauwlettend in het oog gehouden, omdat hier sprake is van een belangrijke natuurlijke hulpbron die, mits goed beheerd, tot in lengte van dagen interessante opbrengsten kan leveren. Vroeger moet deze soort in miljoenen exemplaren voorgekomen zijn; ca. 1910 waren zij echter door ongebreidelde jacht bijna uitgeroeid, maar tijdig ingrijpen deed het aantal weer snel toenemen. De populaties zijn echter onderhevig aan nog niet verklaarde fluctuaties.
De vijf soorten zeeleeuwen behoren tot vijf geslachten en leven langs de kusten van Amerika, Noordoost-Azië, Australië en Nieuw-Zeeland. De Californische zeeleeuw, Zalophus californianus, is hiervan de bekendste soort.
LITT. V.B.Scheffer, Seals, see lions and walruses (1958); J.E.King, Seals of the world (1964); G. Maxwell, Seals of the world (1967).