v. (-s), in België de gebieden waarvoor de overheid economische stimuleringsmaatregelen treft.
In België gebeurt de afbakening van de ontwikkelingszones op basis van de volgende criteria:
1. huidig en te voorzien structureel tekort aan arbeidsgelegenheid (o.m. werkloosheid, potentieel arbeidsaanbod, definitieve uitwijking of pendelmigraties, belangrijke verliezen aan arbeidsplaatsen), vastgesteld op grond van de arbeidsbalans;
2. werkelijk of te voorzien verval van belangrijke economische activiteiten in de zone;
3. abnormaal lage levensstandaard;
4. traagheid van de economische groei. De op basis van deze criteria bepaalde zones moeten een organisch geheel vormen, zodat het voeren van een doelmatig regionaal ontwikkelingsbeleid mogelijk is. De gezamenlijke bevolking van de ontwikkelingsgebieden mag 20 % van de bevolking van het land niet overtreffen. Gebleken is evenwel dat dit percentage tot 25 % moet worden verhoogd, waardoor het mogelijk zal zijn beter rekening te houden met de aan bepaalde gewesten eigen problemen, zonder nochtans de perken te overschrijden die door de Europese Commissie van de EG werden vastgesteld. Met het oog daarop werd art. 11 van de wet van 30.12.1970 betreffende de economische expansie bij wet van 17.8.1973 aangepast. De ontwikkelingsgebieden worden in categorieën 1 en 2 ingedeeld naar gelang van de scherpte van de economische problemen die zich voordoen. De afbakening van de ontwikkelingsgebieden en de indeling ervan in categorieën zullen periodiek in het licht van de bereikte uitslagen worden herzien, economische expansiewetgeving.