Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

ontspanning

betekenis & definitie

v. (-en),

1. het ontspannen; het minder strak (doen) worden, m.n. in de politiek (e): die verklaring gaf in de politiek;
2. verpozing, recreatie: zoeken, vinden.

De term ontspanning duidt in de internationale politiek in de eerste plaats op de vermindering van de politieke en militaire spanning tussen de VS en de USSR, de NAVO en de Warschaupact Organisatie, of, nog uitgebreider, tussen de ‘kapitalistische’ en de ‘communistische’ wereld. Er kan gesproken worden van een proces van ontspanning dat men kan laten aanvangen met de afname van de Koude Oorlog rond 1960. Eerdere pogingen tot ontspanning, die na de dood van Stalin (1953) werden ondernomen, leidden tot mislukkingen zoals de topconferentie te Genève in 195

5. De oorzaken voor de ontspanning die sinds 1960 is opgetreden kunnen in verschillende richtingen worden gezocht. De ontwikkeling van de bewapening der grootmachten op het einde van de jaren vijftig leidde enerzijds tot het ontstaan van een zekere mate van nucleair machtsevenwicht, dwong anderzijds tot het inzicht dat een kernoorlog geen van beide partijen winst zou kunnen opleveren. Dit inzicht droeg ertoe bij dat in de USSR de leer van de onvermijdelijke oorlog (die door het kapitalisme zou worden begonnen) werd vervangen door die van de vreedzame co-ëxistentie.

Deze theorie steunde mede op de erkenning dat het kapitalisme nog een lange tijd zou voortbestaan, een erkenning die correspondeerde met het toenemend geloof in het westen in de stabiliteit van de USSR na de soepele machtsovername door Chroesjtsjov en de mislukking van de Hongaarse Opstand in 195

6. Ook het ontstaan van het conflict tussen China en de USSR heeft de ontspanning bevorderd. Belangrijke stappen in het ontspanningsproces waren het Teststopverdrag (1963), de opening van ontwapeningsconferenties (ontwapening) en de erkenning van de status quo in Europa, zoals die tot uitdrukking kwam in de ‘Ostpolitik’ die de BRD in de tweede helft van de jaren zestig voerde, en die in 1975 bevestigd werd in de Slotacte van de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Dit Helsinki-akkoord, dat door 35 landen werd ondertekend, bevatte tevens teksten over samenwerking op het gebied van economie, wetenschap en technologie en op humanitair gebied en drong aan op wapenbeheersing en ontwapening.

LITT. F.A.M.Alting von Geusau (red.), Uncertain detente (1979).